35 jaar ervaring
Uw belang is ons belang
Vlot, efficiënt en effectief
Wij komen onze afspraken na
De overheid vindt dat u een vergunning nodig hebt, maar u vindt van niet. U verwacht een, volgens u onterecht, handhavingsbesluit en wilt dit vóór zijn om geen risico te lopen. Wat kunt u doen?
Uw gemeente vindt dat u een vergunning nodig hebt. U vindt van niet. Bijvoorbeeld omdat u vindt dat wat u bouwen wilt, vergunningvrij is. Het is dan alleszins begrijpelijk dat u geen vergunning aan wilt vragen. Waarom immers kosten maken voor iets waarvan je vindt dat je het niet nodig hebt?
In een geval als dit hebt u het liefst dat uw gemeente op uw verzoek, los van een aanvraag om vergunning, haar oordeel - haar bestuurlijk rechtsoordeel - over de zaak geeft en dat u, als u het met dit oordeel niet eens, hier bezwaar tegen kunt maken.
Stel u verwacht een last onder dwangsom. Als u die krijgt, moet u er om geen dwangsommen te verbeuren tijd en geld in steken om bezwaar te maken en een voorlopige voorziening te vragen. En dat alles mogelijk voor niets.
Of stel u verwacht een bestuurlijke boete. Als u die krijgt, is dat nóg vervelender dan een last onder dwangsom. Anders dan bij een last onder dwangsom is er bij een boete immers geen begunstigingstermijn, de boete wordt in het besluit direct opgelegd. U kunt wel bezwaar maken en zo nodig in beroep gaan, maar vaak zult u geen succes hebben en dan moet u de boete betalen. Allemaal weinig verkieslijk.
In gevallen als deze hebt u het liefst dat de overheid op uw verzoek, vóórdat dat zij daadwerkelijk tot handhaving overgaat, haar oordeel - haar bestuurlijk rechtsoordeel - over de zaak geeft en dat u, als u het met dit oordeel niet eens, hier bezwaar tegen kunt maken.
De Afdeling bestuursrechtspraak heeft over het bestuurlijk rechtsoordeel in een aantal uitspraken het volgende gezegd:
1. Een bestuurlijk rechtsoordeel is geen besluit. Slechts in zeer uitzonderlijke gevallen wordt het omwille van de rechtsbescherming (bezwaar en beroep) met een besluit gelijkgesteld.
2. Dit alleen dan, als het voor de betrokkene onevenredig bezwarend is om het geschil over de interpretatie van rechtsregels via een beroepsprocedure over een daadwerkelijk besluit bij de bestuursrechter aan de orde te stellen.
3. Het indienen van een aanvraag voor een vergunning of het afwachten van een besluit omtrent handhaving wordt in het algemeen niet als een onevenredig bezwarend aangemerkt.
In het hiervóór genoemde geval dat u vindt dat u geen vergunning nodig hebt, zult u die dus tóch moeten aanvragen om daar duidelijkheid over te krijgen. Bij uw aanvraag vermeldt u dan voor alle duidelijkheid uiteraard, dat u vindt dat u geen vergunning nodig hebt.
De gemeente moet op uw aanvraag om vergunning onderzoeken, of u die wel nodig hebt. Zo nee, dat moet zij die afwijzen.
Zo krijgt u via uw aanvraag een antwoord op de vraag, of u wel een vergunning nodig hebt. Een vergunning aanvragen om die niet te krijgen; het lijkt vreemd, maar zo werkt het dus.
Ook zult u de last onder dwangsom bijna altijd op u af moeten laten komen om de rechtmatigheid ervan in rechte ter discussie te stellen.
Zolang de begunstigingstermijn loopt, kunt u het geschil over de interpretatie van een rechtsregel immers aan de voorzieningenrechter of de rechter in de bodemzaak voorleggen, zonder dat u al een of meer dwangsommen verbeurt.
Bij de bestuurlijke boete ligt het anders. Het zal nogal eens onredelijk bezwarend zijn van de rechtzoekende te verwachten dat hij een bestuurlijke boete, d.w.z. een punitieve sanctie, afwacht om een rechtsregel ter discussie te stellen. In haar uitspraak van 12 februari 2020 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak er het volgende over gezegd:
"De Afdeling is van oordeel dat zich in dit geval een zeer uitzonderlijke situatie voordoet die maakt dat de brief van 2 mei 2018 met een besluit (...) moet worden gelijkgesteld. [appellante] heeft niet de mogelijkheid om bijvoorbeeld een vergunning of andere toestemming aan te vragen en zodoende in dat kader het geschil over de interpretatie van (...) in een procedure tegen het daarop genomen besluit aan de orde te stellen. Het afwachten van een handhavingsbesluit en vervolgens het geschil in een procedure tegen dat besluit aan de orde stellen, betekent dat [appellante] een punitieve sanctie moet afwachten om zo een rechtsingang te creëren."
Dit ligt anders (kan anders liggen), als de bestuurlijke boete niet direct opgelegd wordt. Zie hiervoor de uitspraak van de rechtbank Den Bosch van 19 april 2011 over een inburgeringsexamen:
"De rechtbank acht het voor eiser niet onevenredig bezwarend om een daadwerkelijk besluit van verweerder af te wachten. Hierbij neemt de rechtbank in aanmerking dat verweerder (...) pas bevoegd is om een bestuurlijke boete op te leggen, als eiser het inburgeringsexamen niet binnen de wettelijke inburgeringstermijn heeft behaald."
Verwacht u bestuursdwang, een last onder dwangsom of een boete te krijgen en wilt u zekerheid hebben, voordat zo'n besluit aan u gegeven of opgelegd wordt?
Dan zal ik u om dit te bereiken graag deskundig adviseren over het verzoeken van een bestuurlijk rechtsoordeel en de mogelijkheid om hier zo nodig bezwaar tegen te maken en beroep tegen in te stellen.
Paul Van Hoef is al ruim dertig jaar uw betrokken en betrouwbare advocaat. Uw belang is zijn belang, hij stopt pas als alle wegen zijn benut. Hij is ijzersterk als het aankomt op het oplossen van juridische puzzels. Vervolgens kan hij dit duidelijk uitleggen, waardoor u te allen tijde weet waar u aan toe bent. Hierdoor kan hij u goed bijstaan om een juridisch conflict te voorkomen of te winnen.
Auteur Paul Van Hoef
Datum 30-05-2021
Categorie Bestuursrecht