Waarom kiest u ons?

Deskundig

35 jaar ervaring

Betrokken

Uw belang is ons belang

Doelmatig

Vlot, efficiënt en effectief

Betrouwbaar

Wij komen onze afspraken na

Klanten die u voorgingen:

De hardheidsclausule uit de geurverordening

.

Het Venrayse bestemmingsplan "Zonnedauw" is met toepassing van de hardheidsclausule uit de Venrayse geurverordening vastgesteld. Volgens mij op grond van verkeerde argumenten.

Ik schrijf er als geïnteresseerde, deskundige krantenlezer over, opdat u, mocht u het ergens in Nederland ooit nodig hebben, weet hoe het zit. Ik ben zelf niet bij deze zaak betrokken geweest.

Aanvaardbaar woon- en leefklimaat

Bij het vaststellen van een bestemmingsplan voor de bouw van woningen die last van de geur van veehouderijen zullen hebben, heb je de kant van de veehouderijen en de kant van de te bouwen woningen.

Aan de kant van de te bouwen woningen is per slot van rekening maar één wettelijke regeling relevant, namelijk de Wet ruimtelijke ordening (Wro) over het bestemmingsplan. Hierbij gaat het maar om één criterium (artikel 3 lid 1 van de Wro): de goede ruimtelijke ordening. Bij woningen is dit: een goed of ten minste aanvaardbaar woon- en leefklimaat.

Voor een bestemmingsplan dat de bouw van woningen mogelijk maakt, is dus maar één vraag relevant: Zal er sprake van een goed of ten minste aanvaardbaar woon- en leefklimaat zijn?

De hardheidsclausule

De achtergrondbelasting is de geurbelasting van alle veehouderijen in de omgeving op een woning. In de Venrayse geurverordening is vastgesteld, dat 20 odour de maximale achtergrondbelasting is, waarbij nog sprake van een aanvaardbaar woon- en leefklimaat is.

Hier is de volgende hardheidsclausule aan toegevoegd:

“Indien, met uitzondering van de geurbelasting, de beoordeling van de overige milieu- en planologische aspecten wel positief uitvalt, kan overwogen worden om gemotiveerd van de normen af te wijken. Daarbij zal niet voorbij worden gegaan aan de belangen van de veehouderij(en) die in de nabijheid van de ruimtelijke plannen gelegen is/zijn. Een nadere motivering en besluitvorming is nodig om van de waarden uit de tabel af te wijken."

Wet boven verordening

Het is noodzakelijk de rangorde van de toepasselijke wettelijke regelingen goed voor ogen te houden.

Een wet in formele zin gaat boven een gemeentelijke verordening en kan niet door deze opzijgezet worden. De Wet ruimtelijke ordening kan dus niet door de gemeentelijke geurverordening opzijgezet worden.

Wat er in de geurverordening ook staat of hoeveel toe te passen hardheidsclausules zij ook bevat, de enige vraag die per slot van rekening bij de vaststelling van een bestemmingsplan voor de bouw van woningen gesteld en beantwoord moet worden, is en blijft: Zal er sprake van een aanvaardbaar woon- en leefklimaat zijn?

Het bestemmingsplan "Zonnedauw"

Het Venrayse bestemmingsplan "Zonnedauw" voorziet in de bouw van vier woningen.

De achtergrondbelasting op deze woningen wordt 25 tot 27 odour. Vér boven het in de geurverordening genoemde maximum van 20 odour dus.

De raad heeft het bestemmingsplan daarom met toepassing van de hardheidsclausule vastgesteld.

De gebezigde argumenten

Wie de desbetreffende raadsvergadering beluistert, hoort argumenten als “bouwen in de dorpen gaat boven geurbelasting" (toe maar! je zult maar van buiten komen en in Venray een huis kopen!), “er is grote belangstelling voor" en "drie van de vier woningen zijn al verkocht".

Het heeft allemaal weinig of niets te maken met een goede ruimtelijke ordening en het beantwoorden van die ene relevante vraag: Is er, gegeven dat 20 odour al het maximum is, bij een geurbelasting van 25 tot 27 odour nog wel sprake van een aanvaardbaar woon- en leefklimaat? Het antwoord op deze vraag krijgen we helaas niet.

Het wordt niet slechter

In het voorstel om het plan vast te stellen is verder het volgende argument gebruikt:

"Binnen het plangebied kan nu al een (grote) woning, inclusief kinderdagverblijf, buitenschoolse opvang en/of peuterspeelzaal worden gerealiseerd. Met het nieuwe plan worden er vier aaneengebouwde woningen gerealiseerd op kleinere kavels voor éénpersoonshuishoudens. Hiermee zal naar verwachting met de wijziging van het plan het aantal mensen dat verblijft op de locatie en geurhinder ervaart, niet of in zeer beperkte mate toenemen."

Of je de situatie in het oude en het nieuwe bestemmingsplan wel met elkaar vergelijken mag en of het aantal gehinderden min of meer gelijk blijft, laat ik in het midden. Het argument "Het wordt niet slechter" is namelijk principieel onjuist.

De raad heeft immers de wettelijke plicht de grond "ten behoeve van een goede ruimtelijke ordening" te bestemmen (artikel 3.1 Wro). Het vaststellen van een nieuw bestemmingsplan moet daarom aangegrepen worden om de bestemmingen te actualiseren en aan de nieuwe inzichten aan te passen. Het is per se niet de bedoeling om zaken die (inmiddels) verkeerd of verouderd zijn ongewijzigd over te nemen of als uitgangspunt te gebruiken.

Wilt u meer weten?

In mijn blogs Is geurhinder van een veehouderij aan te pakken? en Visie Veehouderij Venray 2018 vastgesteld. Hoe verder? heb ik eerder over de voorgrondbelasting en de achtergrondbelasting en hun ingewikkelde verhouding tot het woon- en leefklimaat bij woningen geschreven. In mijn blog Nieuw bestemmingsplan? Laat ongewenste mogelijkheden verwijderen! ben ik op het verwijderen van niet gerealiseerde bestemmingen ingegaan. Als u verder in deze materie geïnteresseerd bent, verwijs ik u graag daarnaar.

Artikel geschreven door Paul Van Hoef

Paul Van Hoef is al ruim dertig jaar uw betrokken en betrouwbare advocaat. Uw belang is zijn belang, hij stopt pas als alle wegen zijn benut. Hij is ijzersterk als het aankomt op het oplossen van juridische puzzels. Vervolgens kan hij dit duidelijk uitleggen, waardoor u te allen tijde weet waar u aan toe bent. Hierdoor kan hij u goed bijstaan om een juridisch conflict te voorkomen of te winnen.

Paul Van Hoef