35 jaar ervaring
Uw belang is ons belang
Vlot, efficiënt en effectief
Wij komen onze afspraken na
Sinds 1 juli 2015 (invoering WWZ) zijn opzegging en (voorwaardelijke) ontbinding van het dienstverband anders geregeld. Hieronder staat het nog eens op een rij.
In dit artikel zet ik voor u wat zaken over ontslag op een rij. Hoe is sinds de invoering van de WWZ per 1 juli 2015 de nieuwe verhouding tussen de opzegging en de (voorwaardelijke) ontbinding van het dienstverband? Het is nuttig dit nog eens kort en in hoofdlijnen op een rij te hebben.
Als u als werkgever het dienstverband opzegt, eventueel door uw werknemer op staande voet te ontslaan, kunt u die opzegging niet eenzijdig intrekken. Hier hebt u de instemming van uw werknemer voor nodig.
Die werknemer op zijn beurt kan het ontslag - anders dan vóór de invoering van de WWZ - niet door een buitengerechtelijke verklaring vernietigen. Dit moet hij aan de kantonrechter verzoeken en wel binnen twee maanden nadat hij ontslagen is.
Als de kantonrechter dit verzoek toewijst, wordt het ontslag met terugwerkende kracht geacht nooit te hebben bestaan.
Als hij het afwijst en de werknemer in hoger beroep gaat, kan de appelrechter het ontslag als hij het onterecht vindt, niet vernietigen. Hij kan dan alleen óf een billijke vergoeding toekennen óf het dienstverband herstellen. Hierbij bepaalt die appelrechter zelf de ingangsdatum van het nieuwe dienstverband (de wet schrijft hem dat niet voor).
Als werkgever kunt u de kantonrechter vragen het dienstverband voorwaardelijk te ontbinden, voor het geval een gegeven ontslag op staande voet onderuit gaat. En - anders dan vóór de invoering van de WWZ – kunt u dat, als de kantonrechter uw verzoek afgewezen heeft, ook in hoger beroep verzoeken.
Ook een (voorwaardelijke) ontbinding kan niet in hoger beroep vernietigd worden. Als de appelrechter de ontbinding onterecht vindt, heeft hij dezelfde mogelijkheden als bij een opzegging (ontslag opstaande voet): toekenning van een billijke vergoeding of herstel van het dienstverband.
De kantonrechter mag de appelrechter niet voor de voeten lopen. Als deze laatste het dienstverband hersteld heeft omdat hij een opzegging (ontslag op staande voet) onjuist vindt, mag de kantonrechter het dienstverband niet voorwaardelijk ontbinden.
Bij een ontslag op staande voet heeft de werkgever de bewijslast. Dit geldt ook, als de werknemer ontslag krijgt omdat hij zich ten onrechte ziek gemeld zou hebben. Voor zijn loonvordering hoeft de werknemer dan geen deskundigenoordeel van het UWV over te leggen.
Als uw werknemer ziek wordt nadat het UWV de ontslagaanvraag ontvangen heeft, geldt het opzegverbod bij ziekte niet. Als hij ziek blijft en het UWV de ontslagaanvraag afwijst, geldt het ontslagverbod weer wel voor de kantonrechter.
Als de rechter de werknemer – bovenop de transitievergoeding – een billijke vergoeding toekent, móét hij de werkgever de mogelijkheid bieden het verzoek in te trekken. Bij toekenning van een transitievergoeding mág hij dit doen. Wat dit betreft is het recht sinds de invoering van de WWZ niet gewijzigd.
Paul Van Hoef is al ruim dertig jaar uw betrokken en betrouwbare advocaat. Uw belang is zijn belang, hij stopt pas als alle wegen zijn benut. Hij is ijzersterk als het aankomt op het oplossen van juridische puzzels. Vervolgens kan hij dit duidelijk uitleggen, waardoor u te allen tijde weet waar u aan toe bent. Hierdoor kan hij u goed bijstaan om een juridisch conflict te voorkomen of te winnen.
Auteur Paul Van Hoef
Datum 01-08-2017
Categorie Arbeidsrecht