35 jaar ervaring
Uw belang is ons belang
Vlot, efficiënt en effectief
Wij komen onze afspraken na
Kan de Inspectie SZW u een boete opleggen, als u uw werknemer zijn loon te laat betaalt? Is er verschil tussen werknemers uit de EU en vreemdelingen en vreemdelingen onderling ? Lees hier hoe het zit!
Ik schrijf deze blog om u uit te leggen waar voor u als werkgever de kansen liggen om van een opgelegde boete af te komen (en natuurlijk niet om u aansporen uw werknemer pas na maanden zijn loon te betalen!)
Hebt u weinig tijd, lees dan hieronder de "Regels en verweren bij het opleggen van een boete" (en kom later terug voor de rest).
Ik schrijf deze blog vanuit de optiek van de werkgever, maar ook voor (buitenlandse) werknemers is het interessant om hem te lezen.
In het Burgerlijk Wetboek (BW) is de arbeidsovereenkomst geregeld. Als werkgever moet u uw werknemer maandelijks zijn loon betalen (de hoofdregel van artikel 7:623 BW). De betaling mag giraal gebeuren, maar dat hoeft niet (artikel 7:620 BW).
Daarentegen moet de betaling van het minimumloon wél giraal plaatsvinden (artikel 7a WML) en legt de Inspectie SZW een boete op, als dit niet gebeurt (artikel 18b WML en artikel 18c WML).
In de Wet Arbeid vreemdelingen (Wav) is de tewerkstelling van vreemdelingen van buiten de EU verboden, tenzij u als werkgever of die vreemdeling er een vergunning voor heeft (artikel 2 Wav). Ook hier is de Inspectie SZW is toezichthouder. Bij overtreding van het verbod legt zij u een boete op (artikel 19a Wav).
Een vrijstelling van het verbod geldt voor de zogenaamde kennismigrant (artikel 1d lid 1 BuWav, het Besluit uitvoering Wav). Over de betaling van het loon aan de kennismigrant is bepaald (artikel 1d lid 5 BuWav): “Het loon (…) wordt door de werkgever over een periode van ten hoogste een maand, bijgeschreven op een bankrekening, bestemd voor girale betaling, op naam van de vreemdeling.”
Een andere vrijstelling van het verbod betreft de houder van een Europese blauwe kaart. Over het loon van deze Ebk-houder is wel bepaald dat hij "een vast brutoloon (...) van ten minste € 5.403 per maand" ontvangt, maar niet - zoals bij de kennismigrant - hoe en hoe vaak het betaald moet worden (artikel 1i BuWav).
In de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van 18 december 2019 is een vreemdeling van Chinese nationaliteit als specialist traditioneel Chinese geneeskunde tewerkgesteld. Hij is houder van een Europese blauwe kaart. Zijn salaris over de periode van 15 juli tot en met 30 september 2016 heeft hij pas op 24 oktober van dat jaar ontvangen. In juli, augustus en september heeft hij dus geen loon gekregen. De Inspectie SZW acht dit niet aanvaardbaar. Zij stelt dat het loon elke maand betaald had moeten worden en legt de werkgever een boete van € 8.000,-- op.
Leest u de vorige paragraaf nog eens. Een kennismigrant moet maandelijks zijn loon krijgen, maar voor de houder van een Europese blauwe kaart is dit niet in de Wet arbeid vreemdelingen of in het Besluit uitvoering Wav bepaald. Dus hoeft het ook niet en kan de Inspectie SZW geen boete opleggen, als het niet gebeurt. Ja, de verplichting om maandelijks loon te betalen staat wel in het Burgerlijk Wetboek, maar dit geldt tussen u als werkgever en uw werknemer. Nergens is aan de Inspectie SZW de bevoegdheid toegekend u als werkgever een boete op te leggen, als u een wetsartikel uit het Burgerlijk Wetboek (over het betalen van loon) overtreedt.
De rechtbank Den Haag en de Afdeling bestuursrechtspraak denken er hetzelfde over. Dus ging het boetebesluit bij de rechtbank onderuit en bleef deze uitspraak in hoger beroep bij de Afdeling in stand.
De boete is een bestraffende sanctie. Met het oog op de rechtszekerheid moet de wetgever verboden gedragingen daarom zo duidelijk mogelijk omschrijven, zo overweegt de Afdeling - opnieuw - in haar uitspraak. Een redenering als "bij de kennismigrant is het verboden, dan is het bij een houder van de Europese blauwe kaart dus ook verboden" gaat bij het opleggen van boetes niet op.
Uit het bovenstaande zijn - niet alleen voor de te late betaling van het loon, maar ook meer in het algemeen - de volgende regels af te leiden:
1. De Inspectie SZW kan voor een bepaalde gedraging alléén een boete opleggen, als dit duidelijk in de wet omschreven is.
2. Als de Inspectie SZW in een bepaald geval een boete kan of moet opleggen, is zij hierdoor niet bevoegd in een soortgelijk geval een boete op te leggen.
3. De inspectie SZW is niet bevoegd u als werkgever een boete op te leggen, als u jegens uw werknemer een artikel uit het Burgerlijk Wetboek overtreedt.
Is aan u als werkgever een boete opgelegd, dan sta ik u graag bij om die boete ingetrokken of vernietigd of ten minste substantieel verlaagd te krijgen. Uit de rechtspraak blijkt dat dit vaak een goede kans van slagen heeft.
In mijn blog Succesvolle verweren tegen torenhoge, bestuurlijke boetes! ben ik hier eerder uitgebreid op ingegaan.
Paul Van Hoef is al ruim dertig jaar uw betrokken en betrouwbare advocaat. Uw belang is zijn belang, hij stopt pas als alle wegen zijn benut. Hij is ijzersterk als het aankomt op het oplossen van juridische puzzels. Vervolgens kan hij dit duidelijk uitleggen, waardoor u te allen tijde weet waar u aan toe bent. Hierdoor kan hij u goed bijstaan om een juridisch conflict te voorkomen of te winnen.
Auteur Paul Van Hoef
Datum 23-01-2020
Categorie Bestuursrecht